Iedereen die wel eens aan een sterfbed heeft gezeten, heeft dezelfde ervaring. Je merkt dat iemand die binnenkort overlijdt, vooral oog heeft voor wat in het leven werkelijk belangrijk is. Hoe het weer er morgen zal uitzien, interesseert hem totaal niet meer. Als wij de Here Jezus in Johannes 17 ontmoeten, staat ook Hij vlak voor zijn dood. Wat Hij dan nog gaat zeggen, zal dan ook de essentie van zijn boodschap zijn. Jezus gaat voor de gelovigen bidden. En daarin benadrukt Hij de noodzaak van heiliging. Misschien denkt iemand dat heiliging minder belangrijk is. Dan lijkt hij op de postmoderne mens. Stap maar eens een willekeurige boekwinkel binnen. Je merkt dan al gauw dat religie weer ‘in’ is. Bekijk de titels en je proeft dat de mensen op zoek zijn naar geloof en hoop, naar liefde en visie, naar vreugde en spiritualiteit. Ook naar heiliging? Geen sprake van. Dat woord komt op al die boeken niet voor. Geen wonder ook. Bij heiliging denken de meeste mensen aan wat je allemaal niet mag en per se moet. Bij heiliging denk je aan saaie christenen en kerken. Maar was de Here Jezus dan saai? Integendeel. Er was nooit iemand op aarde van wie zo’n aantrekkingskracht uitging. En als er iemand heilig was, dan Hij. Heiliging was de inzet van zijn leven. ‘Ik heilig Mijzelf, zegt Jezus. Met welk doel? Opdat ook mijn volgelingen heilig zullen zijn. Met het oog daarop leefde Jezus, stierf Hij, stuurt Hij ons nu de wereld in. Denk daar niet klein over.
Heiliging niet zo belangrijk?
Maar nu ontmoet ik een vrouw voor wie schilderen haar lust en leven is. Ik wil die vrouw beter leren kennen. Dan kan ik toch onmogelijk om haar schilderijen heen? Zo is het ook ten aanzien van Jezus. Het is eenvoudig ondenkbaar dat ik graag wil weten van vergeving van zonden, maar dat ik het andere essentiële van zijn missie negeer. Het was Jezus’ taak de wereld in te gaan en mensen tot God te trekken. Zo stuurt Hij ook ons de wereld in. Waarmee? Met een boek waarin allerlei intellectuele bezwaren tegen het geloof worden weerlegd? Met een standaardwerk over evangelisatiemethoden? Nee. Met heiliging. En of dat instrument effectief is. Hoe kan een gelovige zijn kind nog bereiken, dat van geloof en kerk is vervreemd? Hoe breek je door tot de ziel van je collega, die alles heeft wat z’n hart begeert en helemaal niet op onze preken zit te wachten? Precies. Door heiliging. Anders gezegd: Waarom zou iemand naar mij luisteren, als er aan mijn leven niets bijzonders te zien valt? Hoe kan ik een ander naar mijn dokter verwijzen, als ik er zelf bijloop alsof m’n laatste uur geslagen heeft?
Is heiliging wettisch en saai?
Heilig betekent in de beide oorspronkelijke bijbelse talen: afgescheiden, apart gezet voor God, aan Hem toegewijd zijn. Op die manier heeft de Here Jezus zich geheiligd, dat is: op één zaak geconcentreerd. Hij wilde niets anders dan de wil van zijn Vader doen. En dan bidt Hij of zijn discipelen ook zo geheiligd mogen worden.Soms klagen we dat de zondag zo verschilt van het leven van alledag. Wordt daarmee bedoeld dat het in de kerk weinig moeite kost met God bezig te zijn, maar dat we ons op maandag tot en met zaterdag vooral met ons werk en onze hobby’s bezighouden? Dat zou dan tragisch zijn. Want in dat geval zijn we bezig het doel van ons leven te missen.
Moet ik dan altijd aan God denken?
Een voetballer van Barcelona of AJAX doet er alles aan te slagen in de Champions League. Alles wat hij doet, is daarop gericht. Zijn doel bepaalt hoe laat hij naar bed gaat, wat hij eet en drinkt, hoe hij zijn dag indeelt. Zo is het ook met heiliging. Zeker, de concretisering ervan gaat met vallen en opstaan. Maar bij de inzet is er geen middenweg. Zo is het toch? Je kunt niet zeggen: Ik heb veel interesses en één daarvan is God. Je kunt niet zeggen: ‘Ik wil God best gehoorzamen, maar dan moet Hij mij wel dit of dat geven.’ Je kunt niet zeggen: ‘Natuurlijk geloof ik, maar wat ik in de Bijbel niet begrijp, kan ik onmogelijk aanvaarden.’ Heiliging is dat je maar één Leraar en Meester hebt. En als je daarop amen zegt? Dan groei je toe naar wat de Bijbel een ongedeeld hart noemt. En dan ontdek je hoe verdeeld je hart soms nog is. Je bent totaal van de kaart als je deze man of die vrouw niet krijgt. Je voelt je definitief verslagen als die promotie je ontgaat. Je let er voortdurend op dat de mensen jou een fijne kerel vinden. Noem maar op. Je erkent inderdaad dat Jezus Christus je enige Meester is. Maar in de praktijk ben je nog vaak bezig twee heren te dienen.
In zijn gebed roept de Here Jezus mij niet op dan maar veilig op een eilandje te gaan wonen. Op reis naar dat eilandje zou ik namelijk mijn eigen hart meenemen. En om dat hart gaat het. Als dat ongedeeld is, kan ik gerust de wereld ingaan. Want hoe voller van God, hoe minder vat afgoden op mij hebben. Dan is die promotie niet langer mijn één en al. Want ik heb God. Dan ga ik zeker niet hooghartig voorbij aan wat de mensen van mij vinden. Maar uiteindelijk weet ik dat Christus mij oordeelt. We hebben het hier niet over marginale zaken. ‘Jullie christenen vormen samen een heilige natie’, schrijft Petrus. ‘Jullie zijn een tegencultuur, een alternatieve gemeenschap.’ Nogal logisch, want heiliging beïnvloedt alle facetten van je leven. Dat valt op. Een zwarte zit samen met een blanke aan het avondmaal. Een arme gaat bij een rijke op huisbezoek. God verandert mensen: je geldbesteding wordt anders, de manier waarop je met seksualiteit omgaat, je kijk op politiek en samenleving. Je vindt jezelf niet zo vreselijk belangrijk meer en je houdt zelfs het belang van de ander in het oog. Kun je dat allemaal niet’? O, nee? Maar waarom zou de Here Jezus voor iets bidden dat onmogelijk is? Hij belóóft het en laat ons vervolgens allerminst in de kou staan. Heiliging wordt soms vergeleken met een vuur. Daaraan herinnert de brandende braambos bijvoorbeeld. Welnu, vuur laait op door brandstof en zuurstof. De brandstof is de Waarheid, zegt Jezus. Dat is: kijk naar Jezus’ leven, verdiep je in het karakter van God. Zo groeit er verlangen om zelf ook zo te worden.
En toch worden sommige christenen maar moedeloos van zulk gepraat. ‘Jezus als voorbeeld? Dat red ik nooit.’ Nee, dat red je ook nooit. Vuur heeft ook zuurstof nodig. Dat is: wie aan heiliging denkt, moet met genade beginnen. In de tijd van Abraham waren er nog geen pen en papier. Bij het opstellen van een contract moesten de mensen dus iets anders verzinnen. Ze sneden een paar dieren aan stukken en liepen dan tussen die stukken door. ‘Ik mag zelf in stukken worden gescheurd, als ik mijn belofte niet nakom.’ En nu het ongelooflijke! God Zelf ging tussen die stukken door. Alsof Hij ooit een belofte zou breken. En nog ongelooflijker: de Zoon van God wérd aan stukken gescheurd. Terwijl Hij nooit zonde had begaan. Vrijwillig nam Hij op zich wat wij verdienden. ‘Voor hen heilig ik Mijzelf’, zegt Hij tegen zijn Vader. Dat is: Voor hen word ik aan het Kruis afgesneden van Uw liefde: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?’ En voor hen sta ik ook weer op uit de dood. Mijn heiligheid is nu ook voor hen. En daarmee stuur Ik hen de wereld in.’ Als Christus in mij geen vuur ontsteekt, wie of wat dan wel?