Mopperen overwint nooit de cultuur

Wat is het grootste gevaar voor christenen vandaag? Natuurlijk, er zijn gevaren waar we ons bewust van zijn en alert op. In een pluralistische maatschappij weten we van de druk op christenen om aan de waarheid dat Christus de enige weg naar God is af te doen. Daarom komen we luid en duidelijk uit voor de exclusieve zaligheid in Christus. In een tijd van een morele revolutie zien we de verleiding voor christenen om de waarheid rond seksualiteit en huwelijk te ontkennen of af te zwakken. Daarom verdedigen we expliciet wat de Bijbel ons hierover te zeggen heeft. Van nature denken we dat gelovig zijn in deze tijd betekent ons extra in te zetten op deze punten waar de druk vanuit de cultuur groot is. Maar wat als er een groter gevaar aan de horizon opdoemt? Iets wat nog dieper gaat als de waarheid van de zojuist genoemde punten.

Een onverwachte uitroep
Na een van de mooiste liederen in het Nieuwe Testament geciteerd te hebben over de majesteit van Christus’ menswording, kruisiging en opstanding (Fil.2:6-11), beveelt Paulus de kerk om dezelfde geest als onze opgestane Heer aan te nemen. En zijn eerste gebod – de eerste manier waarop wij  aan onze  zaligheid werken’ (Fil.2:12) – is, ‘mopper niet’. ‘Doe alles zonder mopperen en zonder ruzie, zodat niemand een kwaad woord van u kan zeggen. Leef in deze ontwrichte,  bedorven wereld als zuivere, onschuldige kinderen van God. Want in deze  wereld bent u als sterren die het licht van God uitstralen’ (Fil.2:14-15). Waarom zou de apostel mopperen als eerste noemen? Wij zouden een oproep verwachten tot geestelijke discipline of strategiën om als zuivere en onschuldige mensen in een bedorven wereld te leven. En ja, Paulus heeft het over onschuld, zuiverheid en vasthouden aan het Woord dat leven geeft (Fil.2:16). Maar die zuiverheid is op de een of andere manier verbonden aan dat eerste gebod om alles zonder mopperen te doen. Op de een of andere manier trekt gemopper ons van het geloof af.

Mopperen over dankbaarheid
Paulus kent als geen ander de geschiedenis van Israël. Herinner je het? Het Paaslam was ten behoeve van hen geslacht; zij waren bevrijd uit de slavernij in Egypte; zij trokken door de Rode zee de woestijn in naar het beloofde land. En genadig bevrijd op een manier die niemand zich had kunnen indenken… begonnen ze te mopperen. Dit was de grote zonde van Israël. Ze kozen voor gemopper in plaats van dankbaarheid. Gemopper vertraagde hun reis en bracht hen tot daden  die allesbehalve ‘zuiver en onschuldig’ waren.

Dankbaarheid in de woestijn
Verderop in de geschiedenis: Filippi in de eerste eeuw. De kerk – net als Israël – is bevrijd uit de slavernij van zonde en dood. Door het Paaslam, Jezus Christus, hebben ze vergeving van hun zonden ontvangen. Ze trekken door het water van de doop en zijn op weg naar het beloofde land. Paulus weet dat in de woestijn van de eerste eeuw ‘waarin de hele wereld in de macht is van hem die het kwaad zelf is’ (1 Joh.5:19) mopperen en ruziën hen zou afhouden van het schijnen als sterren in een duistere wereld. Tweeduizend jaar later vertoont onze wereld ook alle trekken van een woestijn. Ook wij leven in een frauduleuze en doorgedraaide tijd waar fraudeurs worden opgehemeld en perversiteiten bejubeld. Nog altijd spreekt Jezus tot de kerk: ‘doe alles zonder mopperen’. Wil jij zuiver en onschuldig zijn? Dan moet je hier beginnen. Waarom? Omdat een christen die moppert zich niet onderscheidt van zijn omgeving en niet vasthoudt aan het evangelie. Mopperen op onze tijd gaat meestal samen met verdriet over een andere. Maar we zullen nooit trouw aan onze tijd zijn als we blijven omkijken naar wat geweest is. De enige tijd waar we naar zouden moeten verlangen is de toekomende, als Gods koninkrijk op aarde helemaal gerealiseerd is zoals in de hemel.

Geen bediening onder gemopper
Verder, mopperaars overtuigen of enthousiasmeren nooit als ze hun geloof delen. In feite delen ze hun geloof sowieso bijna niet. Het is moeilijk om, vreugdevol en volhardend het evangelie te verkondigen als je niks anders doet dan klagen over je zendingsgebied.  De bron uiteraard is een gebrek aan geloof (Psalm 78:19–20). Als we naar de toestand in de wereld kijken en onze wenkbrauwen fronsen en ons hoofd schudden, of als we wensen dat we in een andere tijd leefden, stellen we in feite vragen bij Gods voorzienigheid en geven hem de taak terug die hij ons opdroeg. Mopperen over het goede waarvan wij denken dat  God het achterhoudt is in werkelijkheid niets anders dan een soort van rebellie (Psalm 78:17). Geloof begint met dankbaarheid. We vertrouwen op God  die weet waar we zijn en in welke tijd we zijn. Dat is onze tijd. Vasthouden aan het woord dat leven geeft is een opwindend avontuur. We verzaken niet, als zij die sociaal-culturele veranderingen afwijzen. Nee, we houden stand, met de lach van het geloof dat weet dat God goed is en almachtig  en dat deze eeuwigdurende vreugde alle volken zal bereiken.

Alleen vreugde geeft leven
Paulus gebruikt een beeld uit de militaire wereld in relatie tot Epafroditus, zijn ‘medestrijder’ (Fil.2:25). Gewapend met het goddelijke wapen van het evangelie van Christus, is de kerk toegerust om satans’ huis leeg te plunderen, bolwerken te vernietigen en Jezus’ vrijheid aan hen die in zonde gevangen liggen af te dwingen (Mk.3:27; Luk.4:18; 2 Cor.10:4–5). In deze geestelijke strijd is een mopperende soldaat een gevaarlijk risico vechtend op de grens van verraad. Christenen zijn blij omdat we een Koning volgen die het kruis heeft verdragen ’vanwege de vreugde die voor hem lag’ (Hebr.12:2). Of we nu lijden ondergaan, boeien dragen, in de gevangenis zitten of nog erger (Hebr.11:36–38), of dat we koninkrijken veroveren, muilen van leeuwen dichtdoen, aan het zwaard ontkomen en legers verslaan, (Hebr.11:33–34), we moeten weten dat alleen vreugde in- en dankbaarheid aan Jezus de oorlog om onze cultuur zal winnen. Christenen die de wedstrijd lopen ervaren de glorieuze combinatie van uitputting en vreugde die voortvloeit uit het kennen van Gods Geest en die ons in staat stelt om ons laatste restje energie voor Jezus’ zaak in te zetten. Zeker, er zijn obstakels te overwinnen, tegenslagen en er zullen nog zware dagen komen. Maar in dat alles en onder dat alles bezitten we vreugde. Onze opgewekte moed komt niet voort uit het ontkennen van de schaduwzijden of alleen maar de mooie kanten willen zien, maar uit het geloof dat het Licht de duisternis overwint.

Wil jij er als een stralende ster uitzien? Doe dan alles zonder gemopper.