Waarom gaat het ongelovigen voor de wind en krijgen gelovigen met allerlei verdriet en lijden te maken?
Deze vraag klemt nog net zo als 3000 jaar geleden. Velen hebben hem gesteld. Je weet uit de Bijbel en getuigenissen van andere mensen dat God goed is, maar zelf zit je middenin ellendige omstandigheden. En je vraagt je vertwijfeld af hoe God hierin goed kan zijn. Je voelt je wanhopig, verlaten en alleen.
Wat doe je als je valt in het donkere gat van de twijfel?
Gelukkig staan we er niet alleen voor. De Psalmen bevatten een schat aan materiaal over hoe om te gaan met moeilijke levensomstandigheden in een zondige wereld.
Als je beproefd wordt om te twijfelen.
Psalm 73 begint met een duidelijke verklaring van Gods karakter en houding ten opzichte van zijn mensen: God is goed.
Deze waarheid stond echter bepaald niet altijd vast voor de schrijver, hij is tot deze conclusie gekomen na een lange strijd vanwege de spanning die hij ervoer tussen de voorspoed van ongelovigen en zijn eigen ellende.
Zoals hij het zelf zegt: ‘Ik had bijna een misstap begaan, bijna waren mijn voeten uitgegleden, want ik keek met afgunst naar de dwazen, benijdde het geluk van wie kwaad doen’ (Ps.73:2-3).
Zijn strijd was niet maar theoretisch, hij ervoer het gevecht heel direct in zijn eigen leven: of God was goed, of alles wat hij tot dusver over God had geloofd was een leugen.
Uit Psalm 73 kunnen we in ieder geval drie stappen halen die we kunnen zetten als we twijfelen aan Gods goedheid terwijl de omstandigheden beroerd zijn.
1. Ga in alle eerlijkheid naar God
De psalmist is eerlijk naar God over zijn probleem, zijn pijn en zijn vragen.
Hij loopt niet weg voor het feit dat ongelovige mensen om hem heen het beter hebben dan hij.
‘Tot hun dood blijven zij voor ziekte gespaard, hun buik is goedgevuld’ (Ps.73:4).‘Ze spotten, spreken kwaad en dreigen vanaf hun hoge zetels, ze zetten een mond op tot aan de hemel en hun tong roert zich overal op aarde. Zo zijn de goddelozen ten voeten uit, ze verrijken zich, onverstoorbaar’ (Ps.93:8-9.12).
Terwijl hijzelf een heel ander leven heeft.
‘Want ik werd gestraft, dag aan dag, en geslagen, elke morgen weer’ (Ps.73:13)..
Vandaar dat hij de conclusie trok dat God gehoorzamen geen zin heeft: ‘Vergeefs hield ik mijn geweten zuiver en waste ik mijn handen in onschuld!’ (Ps.73:14)
Dat deze onwaarheid in de Bijbel is opgenomen leert ons om onze eerlijke strijd bij God te brengen.
Deze psalmist is geen stoïcijn.
Hij poetst de pijn niet weg en verdringt de werklijkheid van zonde en onrechtvaardigheid niet.
Wat hij probeert is het te begrijpen.
Hij voelt zich ongemakkelijk bij wat hij ervaart: de ogenschijnlijke voorspoed van hen die zich niets gelegen laten liggen aan de hoge en verheven God.
En, heel belangrijk, met al zijn gedachten en gevoelens brengt zijn lijden hem bij God in plaats van dat hij bij Hem weg gaat.
God kent hem.
Zijn pijn verdringen helpt niks.
Hij gaat naar Hem in alle eerlijkheid.
2. Ga in eerbied naar God
Na eerlijk zijn klacht bij God te hebben gebracht gaat de psalmist Gods heiligdom binnen (Ps.73:17).
Met andere woorden, hij brengt zijn hele verwarring en pijn bij God in eerbied, nederigheid en verering.
Hij onderkent de grenzen aan zijn vermogen van denken en begrijpen (Ps.73:16).
Daarom gaat hij naar Degene wiens gedachten en wegen hoger zijn dan die van hem (Jes.55:8-9).
En in Gods aanwezigheid wordt het perspectief van de psalmist opgeheven van het onmiddellijke en tijdelijke tot het oneindige en eeuwige.
God geeft hem een geestelijke inkijkje in de ware aard van de dingen: terwijl de ongelovigen nu relatieve vrede en voorspoed mogen genieten, is hun welzijn toch maar tijdelijk.
God laat zich niet bespotten. Hij gaat oordelen. Hij gaat recht doen.
Wij allen verliezen gemakkelijk het zicht op Gods eeuwige perspectief.
Voor we er erg in hebben vergeten we dat wij eeuwige wezens zijn en dat ons leven niet ophoudt met onze laatste ademhaling.
Ieder van ons leeft ergens in eeuwigheid, hetzij met God waar volmaakte vreugde heerst, hetzij gescheiden van Hem, waar alleen maar geklaagd wordt over de afwezigheid van Gods absolute goedheid.
Terwijl satan wanhopig probeert ons ervan af te brengen, weten we allemaal dat deze dingen waar zijn – God heeft de eeuw in onze harten gelegd (Pred.3:11).
Wij worden, net als de psalmist, zomaar jaloers op ongelovigen en twijfelen aan Gods goedheid en trouw als we zien hoe zij bloeien en wij verdorren.
Daarom moeten we in eerbied naar God gaan.
Na onze klacht bij Hem te hebben gebracht en Hem gevraagd om wijsheid, moeten we stil zijn, luisteren en nazeggen wie Hij is en wat Hij heeft gedaan in ons leven.
3. Rust in Gods kracht
Wie leidde de psalmist door dit dal? God.
‘Zolang ik verbitterd was,
gekwetst van binnen,
dom en dwaas,
was ik bij u als een redeloos dier.
Maar nu weet ik mij altijd bij u,
u houdt mij aan de hand
en leidt mij volgens uw plan.
Dan neemt u mij weg,
met eer bekleed’ (Ps.73:21-24).
God hield hem in zijn donkere dal vast.
God was daar, hield hem bij de hand, leidde hem met zijn raad.
God hoorde zijn klacht en bezorgde hem het juiste perspectief.
De prangende vraag en twijfel die de relatie van de psalmist met Gods eerst bedreigde, gebruikte God om hem dichter naar zich toe te rekken.
Maak twijfels tot openingen
Zijn hernieuwde liefde voor God worden uitgedrukt in een glorieuze uitroep: ‘Wie buiten u heb ik in de hemel? Naast u wens ik geen ander op aarde. Al bezwijkt mijn hart en vergaat mijn lichaam, de rots van mijn bestaan, al wat ik heb, is God, nu en altijd’(Ps.73:25-26).
De man die eens geplaagd werd door grote twijfel en bijna zijn geloof aan de wilgen hing, werd, door Gods kracht, een krachtige getuige van Gods goedheid en trouw.
Worstelen met God is zwaar en pijnlijk.
Het betekent dat je met bittere levensomstandigheden wordt geconfronteerd en dat je jezelf moet vernederen voor God.
Maar als je dat doet – als je oprecht en nederig strijdt – is God altijd trouw om gedurende dit proces meer van Zichzelf aan jou te schenken.
En hoe meer je van God ziet, hoe meer je reden hebt tot vreugde.
Dus, rust in Gods kracht om je twijfels tot openingen te maken tot diepere vreugde in Hem.