Details van de preek
Het wil nog wel eens gebeuren dat het beeld van ons leven ineens door angst en door onzekerheid worden bepaald. Dat we van het ene op het andere moment diep in de put zitten.
Een moeder kijkt naar haar buiten spelende kinderen. Ze glimlacht – ze is gelukkig. En ineens – als een dolkstoot – komt in haar de gedachte op: “als er één nou eens een ongeluk zou overkomen en zou komen te overlijden? Zou ik daar ooit overheen komen? Ik zou het denk ik niet kunnen verdragen”. En over haar geluk van zopas hangt in één keer een schaduw. De schaduw van bange onzekerheid over de toekomst van je kinderen.
Een vader komt uit het ziekenhuis. Hij is er vrolijk, onbezorgd ingegaan; t’ ging immers maar om een jaarlijks terugkerend, routinematig onderzoek. Hij had nog een heel ontspannen gesprek met de receptioniste gevoerd. Maar nu loopt hij gedachtenloos langs haar heen. Zo vrolijk als hij net was zo terneergeslagen is hij nu. Op de foto was een gezwel te zien geweest en het lijkt niet best maandag direkt terugkomen. “Wat staat mij te wachten” – denkt hij – “en als ik er niet meer ben, hoe moet mijn vrouw zich alleen redden – en de kleinkinderen… “? Ook zijn leven wordt van het ene op het andere moment overschaduwd door bange onzekerheid.